zondag 21 november 2010

Vraag.

Op iedere vraag is een
kloppend antwoord,
Maar of het antwoord
dat gegeven wordt klopt,
Dat is weer een geheel
andere vraag.

woensdag 10 november 2010

The Road of Life

The road of life,
Tells us,
Keep on going,
And watch out
when you drive.

If you can 
only cry,
Please don't
come by.

I'm trying to
stay here,
My dear,
But there is
not enough
fear.

The road of excess,
Leads to the place
of wisdom.

Weird creatures 
appear at dawn,
Nobody knows who 
they are,
Nobody knows where
they from. 

Jij & Ik


Jij staat op, je wil naar bed.
Ik zeg dat ik er zo bij kom liggen, jij loopt weg.
Ik rook nog een sigaret, ik hoor jou je tanden poetsen.
Wanneer ik de slaapkamer binnen kom, lig je met je ogen op het plafon gericht in bed.
Ik trek in een soepele beweging mijn broek en hemd uit en schiet onder de dekens.
Jij maakt in je hoofd kilometers lange boodschappen lijsten, als ik met mijn naakte lichaam tegen je aanschuif.
Ik zoen je, jij zoent me terug.
Ik streel over je wang, jij duwt mijn hand weg.
Ik streel je over je zij, je trekt je hoofd bij me weg.
Ik zeg ‘wat is er?’, je kijkt me recht in mijn ogen aan en je geeft me een klap in mijn gezicht.
Je draait je rug naar me toe, ik kijk met een verbaasd gezicht naar je achterhoofd.
Ik kruip naar je toe, ik ga tegen je aan liggen, als twee identieke lepels die naast elkaar liggen.
Ik leg mijn arm over je heen, je stribbelt tegen.
Je doet het licht uit, het is pik donker in onze slaapkamer.
Dit wordt weer een typisch geval van “vanavond even niet, ik heb hoofdpijn”.
Ik zoen je in je nek, je zucht diep.
Ik hou mijn adem in en wacht met spanning af.
En alsof je mijn gedachte kan lezen.
Lig ik nog geen tien minuten later, met mijn volledige naakte lichaam op de jouwe.
Ik adem zwaar, jij hebt je ogen dicht, ik kan er niet uithalen of je er van geniet.
Ik hou stug vol, ik probeer het ritme vol te houden.
Je doet je ogen open, ik lig stil, ik kijk je aan, je duwt me van je af.
Je zit recht op, ik kijk je nog steeds aan, je stapt uit het bed.
Je trekt een ochtend jas aan, ik zoek naar mijn boxershort.
Je loopt de slaapkamer uit, ik hoor de woonkamer deur dicht slaan.
Ik stap uit het bed, ik trek een broek aan.
Ik kom de woonkamer in, jij zit op de bank, je rookt een sigaret.
Ik ga naast je zitten, jij schuift op.
Je drukt je sigaret uit, je kijk me aan.
Ik vraag wat er aan de hand is, er rolt een traan over je wang.
Je verteld me dat je het niet meer kan, dat het over is.
Je staat op en loopt naar de slaapkamer, ik steek een sigaret op.
Uit de kast pak ik een glas en schenk er een slok whisky in.
In een teug, gooi ik het glas achterover.
Ik loop naar de slaapkamer toe, daar sta jij, met je jas en je schoenen aan.
Je bukt en pakt je tas van de grond, je hebt tranen in je ogen.
Je loopt naar me toe, je geeft me een zoen op me wang en je loopt langs me richting de voordeur.
Ik kijk je achter na, je slaat de voordeur achter je dicht.

On the Edge of Reality

Nothing feels the same,
After you left,
And there is nobody
there to blame.

I'm always on the
edge of reality,
Don't hurt me,
Touch me gently.

Were getting higher
each day,
No more time left
to pray.

Oh Lord give me
the strength,
To stand up right,
And come up with
new things.

When we pray,
We pray for grace,
For the human raise.